Steunhart bij hartfalen
Het nieuwste model is kleiner dan een hockey puck en heeft al honderden hartpatiënten in Nederland het leven gered. Dankzij het steunhart, want daar gaat het over, leven mensen met ernstig hartfalen langer en is de kwaliteit van hun leven beter.
“Hartfalen is een dodelijke ziekte die vaak slechter afloopt dan kanker”, zegt Kevin Damman, cardioloog bij het UMCG. Hij gebruikt deze vergelijking regelmatig om aan te geven hoe ernstig de aandoening is.
“De pompfunctie neemt langzaam af, het hart pompt niet genoeg bloed meer rond. Daardoor treden klachten op als vermoeidheid, benauwdheid en vocht vasthouden.”
Slijtage aan het hart
Hartfalen is slijtage aan het hart als gevolg van een andere hartziekte zoals een hartaanval, langdurige hoge bloeddruk, een hartspierontsteking of een erfelijke hartziekte. “We kunnen hartfalen behandelen, maar de schade aan de hartspier is niet meer te herstellen”, zegt Rudolf de Boer, cardioloog bij het UMCG.
“Een groot deel van de patiënten raakt ernstig beperkt. Mensen moeten ook vaak de rest van hun leven medicijnen blijven slikken en zich houden aan bepaalde leefregels. Bovendien moeten ze leren leven met de wetenschap dat ze het risico lopen om eerder te overlijden.”
Meer harten nodig
Een harttransplantatie is voor sommige patiënten met een slechte hartconditie de enige behandeling. Lang niet iedereen komt daarvoor in aanmerking. De Boer: “Om in autotermen te spreken: afgezien van een slechte motor moet de rest van de carrosserie nog goed zijn. Langdurig hartfalen leidt echter vaak tot problemen bij andere organen zoals lever, nieren en longen.”
“Een steunhart vergroot de kans op overleven aanzienlijk”
Van de 150.000 mensen met hartfalen staan er 110 op de wachtlijst voor een donorhart. In Rotterdam, Utrecht en Groningen, de drie centra in Nederland waar harttransplantaties worden uitgevoerd, krijgen gemiddeld zo’n 40 tot 50 mensen per jaar een donorhart. Dat voldoet bij lange na niet aan de vraag. “We hebben veel meer harten nodig. Het is echt een nijpend probleem”, zegt Damman.
Steunhart geeft hoop
Toch is er hoop. Namelijk in de vorm van het steunhart dat een goed alternatief is voor een nieuw hart. Steunharten, de medische term is Linker Ventrikel Assist Device (LVAD), worden al langer toegepast bij patiënten met ernstig hartfalen om de periode tot een donorhart te overbruggen.
Een LVAD is een mechanische pomp die chirurgisch verbonden is met de bloedsomloop. Via een buis stroomt het bloed uit de linker hartkamer, de grote pomp van het hart, naar het steunhart en vervolgens met extra kracht terug naar de aorta. “Een steunhart vergroot de kans op overleven aanzienlijk”, zegt Damman. “Het komt zelfs voor dat mensen die een steunhart hebben gekregen zich zo goed voelen dat ze afzien van een donorhart.”
Omdat de technologie van het steunhart zich steeds verder ontwikkelt en het aantal complicaties afneemt, kunnen LVAD’s ook toegepast worden bij patiënten die niet meer in aanmerking komen voor een harttransplantatie. Daardoor kunnen de levens van veel meer hartpatiënten worden gered.
Hartfalen vroeg opsporen
Ook een vroege opsporing van hartfalen kan mensenlevens redden. De Boer: “Medicijnen, ICD’s, pacemakers; alle behandelingen slaan beter aan als je er tijdig in het ziekteproces bij bent. Mensen met een mildere vorm van hartfalen hebben echter vaak niet door dat ze het hebben. Terwijl het bij de huisarts met een bloedtest opgespoord kan worden.”
Om hier aandacht voor te vragen, is in Groningen en Drenthe onlangs het project HF-Connect gestart. Het doel is om de samenwerking tussen huisartsen en ziekenhuizen voor wat betreft de zorg voor patiënten met hartfalen beter te organiseren.
Onderzoek
“Is hartfalen eenmaal vastgesteld, dan doen wij verder onderzoek naar de oorzaak”, zegt De Boer. “Dat is het allerbelangrijkste omdat je dan kunt voorkomen dat de ziekte voortschrijdt. Als bijvoorbeeld een hartaanval de oorzaak is, dan kun je er alles aan doen om een tweede hartaanval af te wenden.”
Er wordt ook veel onderzoek gedaan naar verschillende therapieën. Want wat bij de ene vorm van hartfalen goed werkt, helpt niet bij de andere. Overigens heeft specifieke therapie voornamelijk nut in het vroege stadium van de aandoening. De Boer: “Zodra mensen het eindstadium bereiken, dus ernstig hartfalen hebben, dan is er geen verschil meer in behandeling. Voor sommige patiënten is een harttransplantatie of steunhart nog de enige optie.”